Over BOEBEL

U vraagt zich misschien af waar de naam “BOEBEL” vandaan komt… Nou dat zal ik u vertellen!

Bij het zoeken naar een naam voor mijn praktijk, ging ik in eerste instantie uit van een “pakkend zinnetje” of een term die de lading zou dekken van wat ik wilde bieden in mijn praktijk. Hier wilde ik dan vervolgens de eerste letters van gebruiken voor de naam van mijn praktijk. Uiteindelijk kwam ik uit op “Ebeobl”: extra begeleiding en ondersteuning bij leerproblemen. Maar omdat dit nauwelijks uit te spreken was, heb ik gekozen voor het anagram “BOEBEL”.

Al verder associërend en filosoferend, kwam ik echter tot nog véél meer dan het bovenstaande.

Bijvoorbeeld kinderen met dyslexie of ernstige leesproblemen hebben namelijk vaak moeite met het uit elkaar houden van de “b” en de “d”, waardoor de kans zou kunnen bestaan dat een woord als “boebel” wordt gelezen als “doedel”. Hier verder op doorgaand, zou “doedel” kunnen komen van het Engelse woord “doodle”. In het Nederlands wordt dit wel vertaald als “droedelen”. Volgens Wikipedia is de omschrijving hiervan het volgende:

“Droedelen (Engels: “doodle”) is een vorm van schetsen/tekenen zonder duidelijk doel, door iemand wiens gedachtes ergens anders zijn. Het zijn krabbels gemaakt vanuit het onderbewuste. De droedels bevatten soms een verborgen boodschap. Vaak zijn het eenvoudige tekeningen, soms groeien ze uit tot uitgebreide patronen.
Droedelen wordt voornamelijk gedaan door jonge mensen overal ter wereld, met name scholieren en studenten. Deze activiteit vindt meestal plaats tijdens saaie lessen, wanneer de leerlingen gaan dagdromen of zijn afgeleid. Vaak begint een doedel in de kantlijn van een schrift of blocnote, en ontwikkelt zich van daaruit over de pagina.”

Met name het stukje hieruit over het onbewuste en het plaatsvinden tijdens saaie lessen waarbij leerlingen gaan dagdromen of afgeleid zijn, trok hierbij mijn aandacht. Want hierbij zag ik direct weer een verband met de kinderen die ik graag wil begeleiden in mijn praktijk. Droedelen en dagdromen kan namelijk ook een uiting zijn van een kind, wanneer bijvoorbeeld de lesstof in de klas te moeilijk is.

Uit droedelen (of zoals ik het nu voortaan liever zelf zal benoemen als “boebelen”) kunnen warrige (lijn)tekeningen ontstaan, als een draad die volledig in de knoop is geraakt. Ook dit zie ik weer als een verwijzing naar de “verwarde knoop” die kan ontstaan bij kinderen voor wie de leerstof soms veel te moeilijk is.
Aan de andere kant is droedelen een manier waarop met name beelddenkers beter hun aandacht bij de les kunnen houden! Wanneer een kind zonder na te denken kleine tekeningen, vormen, krullen, lijntjes, etc. op papier maakt, kan het zorgen voor een betere concentratie terwijl hij of zij luistert naar de leerkracht.

Tot slot ben ik samen met mijn eigen kinderen gaan uitproberen hoe het zou klinken wanneer je geen speelafspraakje kan maken met een vriendje of vriendinnetje omdat je in plaats daarvan een uurtje extra begeleiding of ondersteuning krijgt. Om dan te zeggen dat je naar “bijles” moet of dat je “extra ondersteuning of begeleiding” krijgt, is natuurlijk lang niet zo leuk als wanneer je kan zeggen: “Nee, vanmiddag kan ik niet, want ik ga naar BOEBEL!!!”.